Profielwerkstuk: bronnen, bronnen en nog eens bronnen

Het profielwerkstuk. 30 pagina's lang, 80 studielasturen, heel veel werk.
Het profielwerkstuk, eindscriptie voor m'n vwo, gaat over de invloed van het christendom op de nederlandse samenleving. (we moeten nog een pakkende titel en een betere hoofdvraag verzinnen).
Ik heb deze week 15 pagina's getypt en ik moet zeggen dat ik het heel leuk vind om te doen.
Ik hou sowieso van werkstukken maken, maar het wordt helemaal interessant als het over een onderwerp gaat wat je erg interesseert en waar je veel mee bezig bent.
Het is alleen supermoeilijk om objectief te zijn als je ergens een duidelijke mening over hebt en overtuigd bent van je gelijk. :)

We zijn nu bezig met bronnen, bronnen en nog eens bronnen. Boeken lezen, wetenschappelijke onderzoeken doornemen voor feiten en cijfers, internet afspeuren, interviews houden enz. enz.
We hebben nu al een hele berg informatie, waar we in de kerstvakantie een (redelijk) neutraal, netjes en overzichtelijk werkstuk van moeten maken.

Een van de deelvragen is: "Wat trekt mensen aan bij het christendom en wat stoot ze af?" Mijn deel is om 10  van de meestgehoorde reacties op het (afwijzen van het) christelijk geloof te onderbouwen, uit te leggen waarom het terecht is en vervolgens vanuit de christelijke visie die reactie te weerleggen en bij die visie ook weer kanttekeningen plaatsen. Moeilijk hoor, dat objectieve gedoe.

Dit stukje van C. S. Lewis vond ik heel treffend, hij legt heel duidelijk uit waarom Jezus anders was dan alle andere (godsdienstige of) historische figuren. We hebben verschillende argumenten gelezen vanuit het christelijk geloof, zoals: zijn onderwijs was anders; zijn gedrag was anders; zijn vervulling was anders (wist je dat het feitelijk bewezen is dat Jezus' geboorte ed. een vervulling is van de profetien die ruim 1000 jaar eerder zijn opgeschreven? Je mag er je eigen uitleg aan geven, maar bijzonder is het wel!) enz. enz.
Deze uitspraak hoort bij de stelling "Jezus' claims waren anders dan de andere historische figuren, Hij was namelijk de enige die zelf zei dat Hij goddelijk/de Zoon van God was:

C.S. lewis:

Dit [de uispraken van Jezus over Zijn goddelijkheid] is geen compromis en er is niets wat hierop lijkt in andere godsdiensten. Als je naar Boeddha was gegaan en gevraagd had; “Bent u de zoon van Brahma?”, zou hij gezegd hebben: “Mijn zoon, je bent nog steeds in het dal van de illusie.” Als je naar Socrates was gegaan en gevraagd had: “Bent u Zeus?” zou hij je uitgelachen hebben. Als je naar Mohammed was gegaan en gevraagd had: “Bent U Allah?” zou hij eerst zijn kleren gescheurd hebben en je daarna onthoofden. Als je Confucius gevraagd had: “Bent u de hemel?”denk ik dat hij geantwoord zou hebben: “opmerkingen die niet in overeenstemming zijn met de natuur getuigen van een slechte smaak.”
De dingen die Jezus zegt zijn heel anders dan wat andere leraars zeggen. Anderen zeggen: “Dit is de waarheid (…). Dit is de weg die je moet gaan.”
Maar Jezus zegt: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven, de enige Weg tot God.”

-C.S. Lewis in God in the dock; Essays on theology en ethics (eerdmans, 1970)

Ook behandelen we dingen zoals het gerucht dat Jezus een verhouding had met Maria Magdalena. Of je nou voorstander, tegenstander of neutraal bent van het christelijk geloof, deze bewering is echt niet op bewijsbare waarheid gebaseerd!

De mythe van de verhouding tussen Maria van Magdalena en Jezus is vooral gebaseerd op dit stuk uit het evangelie van Fillipus: 

“En de metgezellin van de heiland is Maria van Magdalena . Jezus hield meer van haar dan van alle andere discipelen en kuste haar vaak op de mond.” 

Maar de oorspronkelijke tekst, een vierde-eeuws Koptische tekst, deel van de gnostische vondsten in  een kruik van Nag Hammadi in Egypte is:

 “Van de Wijsheid die de onvruchtbare genoemd wordt is zij de moeder der … engelen. En de metgezellin van de …. Maria Magdalena … haar meer dan de discipipelen … kuste haar op haar ….” 

Je ziet hoe onvolledig deze tekst is, de leegtes zijn allemaal ingevuld door iemands eigen interpretaties. Bovendien was een kus een groet in de tijd dat Jezus leefde, niet perse een seksueel getinte daad. Dit zie je bijvoorbeeld bij het verraad van Judas bij Jezus’ kruisiging, hij groette hem met een kus. Ook roept Petrus in een van zijn brieven naar de gemeente op om elkaar te begroetten met een welgemeende omhelzing/kus (zelfde woord in het Grieks). Maar ook andere geschriften dan de bijbel laten zien dat een kus een heel normale begroeting was in die tijd. 

Al deze tekst is nog een grove schets van ons uiteindelijke werkstuk, we moeten hoor en wederhoor op sommige aspecten nog toepassen en nog wat bronnen controleren enz. Maar nu heb je een beetje een idee waar we mee bezig zijn.

Wordt vervolgd....