Mijn kijk op de wereld, en een kijkje in de mijne...

vrijdag 16 oktober 2009

Verhaal: Het meisje en ik (3)

Hallo,,

Hierbij nummer 3 van het verhaal: het meisje en ik.
Dus eerst nummer 1 en 2 lezen! Written by me (schaam).

Vervolg van het Meisje En Ik:

Waar was ik? Oh ja, de gekleurde dagen kwamen en gingen, en de witte dagen waren aan de beurt. Meisje verliet me gelukkig nog steeds niet, maar kwam niet iedere dag meer. Als de witte laag kwam, rende ze naar buiten, meestal met haar moeder achter haar aan, zwaaiend met een dikke jas en een lange sliert, wat ze een ‘’sjaal’’ noemde. Het meisje had nauwelijks geduld om het aan te trekken en begon te rollenbollen in de witte laag en maakte grote bollen op elkaar met een wortel er in. Het ergste was nog dat ze kleine bollen maakte en -ik kan het bijna niet vertellen, zoveel pijn doet me het- gooit ze tegen me aan. Keihard, zodat ze uit elkaar spatten en de witte laag langzaam naar beneden dwarrelden op het schaterende meisje. Wat was er mis met mij? Was het omdat ik mijn kleuren kwijt was, omdat ik kaal geworden was, en lelijk misschien? Of lag het aan de witte laag, of de snijdende kou die mijn lichaam pijn deed, zouden ze haar betoveren of zoiets? Of, of… Ik wist het niet…

--

Na vele maanwisselingen tobben, slapeloze nachten, en veel zorgen kwamen de knoppen gelukkig weer. Mijn bos begon weer te groeien en ik wist dat de bloemdagen er weer aan kwamen. Maar de bloemdagen en witte dagen leken wel ruzie met elkaar te hebben, ze werden het niet eens over wie nou de leiding had. Het deed pijn aan de knoppen, pijn aan mijn begroeiing en ik begreep het niet. Jaren lang hebben de bloemdagen en witte dagen en ook de andere dagen vrede gehad over de afspraken die in het allereerste begin zijn gemaakt over wie in welke tijd de leiding had. Het was eerlijk verdeeld en iedereen was er blij mee. Wij ook. Maar nu, nu heeft iets of iemand er voor gezorgd dat iedereen in mijn omgeving in de war is, iemand heeft ervoor gezorgd dat de bloem, witte, gekleurde en zonnige dagen met elkaar ruzie hebben, en dat ze het niet meer begrijpen. Ik weet niet wanneer mijn knoppen tot bloemen moeten worden, ik weet niet wanneer mijn kleuren moeten plaats maken voor leegte, ik weet niet wanneer de bloemen mijn grote ‘’’haarbos’’ moeten worden. En de mensen, die lijken het niets te kunnen schelen, ze gaan gewoon door, een enkeling kijkt af en toe om naar ons en zegt tegen zijn naaste;’ Wat doen ze raar!’ En rijden weer verder in de bakblikken, die vieze geuren en dampen in mijn ogen blazen, en mijn lichaam vergiftigen.
Iedereen, behalve het meisje. Het meisje keek wél naar mij om, en streelde soms mijn haren en fluisterde dat het allemaal wel goed kwam. Ik kwam er achter dat ze echt om me gaf, en om al mijn soortgenootjes, en dat ze probeerde met de dagen te praten om de ruzie bij te leggen. Of beter gezegd, ze probeerde met de veroorzaker te praten, maar die wilden niet luisteren naar een klein, onbelangrijk, dom meisje. Maar dat was ze niet. Ze was groot geworden. Ze was het belangrijkst in mijn leven. Zij was het enige mensenkind die ik kende die zoveel kennis bezat over ons, die zo ontzettend slim was, zij was in mijn ogen de enige die écht doorhad wat er met ons aan de hand was, dat we in de war waren.
We waren weer hecht met elkaar.

--Wordt vervolgt--

Love from a crazy writer,,
Eline

1 opmerking: